Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-06-2020

Sikkim

betekenis & definitie

Indiase deelstaat in het noordoosten, 7298 km2, 209000 inw. Hoofdstad: Gangtok.

Sikkim is zeer gevarieerd in reliëf, klimaat, flora en fauna. Het land is vruchtbaar. Ca. 30 % is met bos bedekt. De bevolking bestaat m.n. uit Leptsha, Bhutia en Nepalezen. Het mahajanaboeddhisme is staatsgodsdienst, maar een groot deel van de bevolking is hindoe. Sinds 1974 heeft Sikkim een universiteit.

Economisch steunt Sikkim op de landbouw: aardappelen, rijst, gierst, maïs, sojabonen, kardemon, citrus, appelen, thee. Koper, lood en zink zijn de belangrijkste delfstoffen. De industriële bedrijven zijn in het algemeen klein en omvatten tapijten, papier, houtsnijwerk, zilververwerking. Er zijn vijf hydro-elektrische centrales. GESCHIEDENIS. Sikkim werd in 1641 vanuit Tibet veroverd en bleef tot eind 18e eeuw een van Tibet afhankelijk koninkrijk.

Tot 1947 was Sikkim onder Brits protectoraat, met uitzondering van de periode 1816—49 toen het door Nepal bezet werd. Na 1947 kwam het koninkrijk Sikkim onder Indiase protectie. In 1975 werd het gebied als deelstaat aan India toegevoegd.

< >