Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Schooltelevisie

betekenis & definitie

v., televisie-uitzendingen speciaal voor scholen; het gebruik van televisie op scholen.

In Nederland verzorgt de Stichting Ned. Onderwijstelevisie (NOT) uitzendingen voor het kleuteren basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. De uitzendingen worden voorafgegaan door een inleiding van de leerkracht in de klas en gevolgd door een gezamenlijke nabeschouwing en vaak door activiteiten, begeleid door werkboekjes en -mappen, diaseries, grammofoonplaten e.d. De leerkracht wordt gesteund door eigen werkboeken en een reeds lang tevoren verzonden programmaboekje. Na de experimentele periode van de schooltelevisie (van 1963–70) volgde in 1970 een KB: voortaan behoort de televisie tot de normale schoolbehoeften. In 1976 waren er reeds 8300 deelnemende scholen, waarvan de meeste basisscholen.

De zendtijd bedraagt 145 uren. De NOT heeft geen eigen zendmachtiging, maar heeft een overeenkomst lopen met de Ned. Omroepstichting (NOS). Zij stelt haar programma’s samen in samenwerking met haar eigen basisstichtingen en met de omroepverenigingen KRO, VARA, AVRO en NCRV.

In België worden door de BRT (Belg. Radio en Televisie) sinds 1962 en door de RTBF sinds 1963 schooltelevisieprogramma’s uitgezonden. De BRT-programma’s worden geproduceerd door de afdeling Instructieve Omroep (1974). Zij omvatten zowel ‘aanvullende’ programma’s (b.v. esthetische opvoeding, geografie), waarin documentatiemateriaal wordt aangebracht, als ‘aansluitende’ uitzendingen (b.v. natuurkunde, biologie), waarin belangrijke punten uit het leerprogramma systematisch worden behandeld. Een derde reeks behoort tot de categorie ‘verrijkende’ uitzendingen, over onderwerpen die niet in het leerprogramma zijn opgenomen. Ongeveer de helft van de basisscholen maakt regelmatig gebruik van de schooltelevisie.