v./m. (-en), (ook: schedelfractuur), een breuk van de schedelbeenderen, meestal gepaard gaand met hersenbeschadiging.
Hoewel breuken van schedelbeenderen veel langzamer genezen dan een arm- of beenbreuk, wordt de ernst van de toestand bij een schedelbreuk toch voornamelijk bepaald door de uitgebreidheid van het hersenletsel. Niet altijd ontstaat het hersenletsel vlakbij de plaats van de breuk; met contrecoup wordt het verschijnsel aangeduid, dat b.v. bij een val op het achterhoofd de zwaarste hersenbeschadiging optreedt in de voorhoofdskwabben, doordat daar de hersenmassa tegen de schedel botst, wanneer deze abrupt tot stilstand komt.
Al naar de plaats waar de schedelbreuk optreedt onderscheidt men breuken van het schedeldak en van de schedelbasis; combinaties komen eveneens veel voor. Breuken in het schedeldak kunnen variëren van barsten, soms zonder hersenbeschadiging, tot indrukkingsbreuken en versplinteringen. Bij schedelbasisfracturen vertonen de breukstukken meestal weinig verplaatsing. Toch is deze vorm van schedelbreuk vaak ernstig, aangezien vele belangrijke hersencentra en alle hersenzenuwen nabij de schedelbasis gesitueerd zijn (hersenen) en bekneld kunnen raken door de bloeduitstorting die bij de breuk optreedt: elke bloeduitstorting gaat nl. door tot er een even grote tegendruk wordt geboden; de weke weefsels van de grote of kleine hersenen worden daardoor vaak onder te grote druk gezet, waardoor zij beschadigd worden. Treedt een schedelbreuk op in een beenstuk dat door slijmvlies is bedekt, dan kan dat slijmvlies scheuren en de bloeduitstorting naar buiten treden (bloeding uit oor, neus of mond). Wanneer bij de breuk een verbinding van de schedelholte naar buiten ontstaat, loopt behalve bloed ook cerebrospinale vloeistof af.
Complicaties. Bij een schedelbreuk is meestal tevens een hersenschudding of -kwetsing in het spel. Verder is plaatselijk directe hersenbeschadiging door botsplinters mogelijk. Deze kunnen ook de oorzaak zijn van grote bloedingen uit gescheurde bloedvaten in het vaatvlies (een van de hersenvliezen). Soms wordt dit pas uren later duidelijk. Operatieve ingreep (trepanatie) kan bij tijdig onderkennen van de gevaarlijke toestand levenreddend zijn.
Bij schedelbasisfracturen die niet direct dodelijk zijn, kunnen later door infectie vanuit de neus, gehoorgang of voorhoofdsholte hersenvliesontsteking of hersenabcessen ontstaan. De kans op genezing zonder restverschijnselen hangt bij iedere schedelbreuk af van de mate waarin hersenbeschadiging is opgetreden.