[Eng.], m. (-s),
1. radio-ontvanger die automatisch een bepaald frequentiegebied herhaald afzoekt;
2. (grafische industrie) apparaat dat een beeld, b.v. een foto, met een lichtstraal lijnsgewijs aftast, en de daarmee verkregen informatie benut voor het vervaardigen van b.v. een cliché.
GRAFISCHE TECHNIEK
Tast een scanner een foto met een lichtstraal streepsgewijs af, dan wordt het teruggekaatste licht opgevangen door een foto-elektrische cel. Ten gevolge van de wisselende lichtsterkte ontstaan daarin elektrische stromen van verschillende sterkte. Deze stroomimpulsen worden versterkt en overgebracht op een beiteltje dat materiaal verwijdert uit de clichéplaat. De scanner wordt ook toegepast in de rasterdiepdruk, waarbij de drukcilinder op soortgelijke wijze tot stand kan worden gebracht. Ook voor vierkleurenwerk kan een scanner gebruikt worden. De foto wordt dan vier maal afgetast telkens via een ander filter, overeenkomstig de opnamen voor vierkleurendruk (-kleurendruk).
RADIO
Wanneer een scanner tijdens het doorzoeken van het ingestelde frequentiegebied aankomt bij een frequentie (kanaal) waarop een station in de lucht gekomen is, blijft de scanner bij deze frequentie staan en geeft het gesprek dat op dat kanaal gevoerd wordt weer. Na afloop gaat de scanner verder met zoeken tot een gesprek op een volgend station of tot het eind van het gebied, waarna hij onmiddellijk van voren af aan begint. Een scanner wordt gebruikt om de politie, brandweer en andere diensten af te luisteren. Het gebruik maken van wat men hoort is wettelijk niet toegestaan. scanning.