Amerikaans linguïst en etnoloog, *26.1.1884 Lauenburg (Duitsland), ♱4.2.1939 Yale. Sapir heeft zich in de taalwetenschap een blijvende plaats verworven door zijn tijdschriftartikel Sound patterns in language, (in: Language 1, 1925), waarin hij de weg wees naar een functionele en structurele beschouwingswijze op het gebied van de klankleer.
Sapir geldt dan ook als een van de belangrijkste voorlopers van de fonologie en meer in het algemeen van de structurele taalwetenschap. Zijn inleiding in de taalwetenschap getiteld Language (1921; Ned. vert. door A.L.Sötemann: Wat is de taal?) was een origineel werk, waarvan vooral zijn typologische taalindeling op basis van morfologische criteria bekendheid verwierf. Ook op descriptief en op comparatief gebied heeft Sapir grote verdiensten. Hij publiceerde in het Handbook of American Indian languages (1922) een beschrijving van het Takelma. De juistheid van zijn nieuwe genetische indeling van de Noordamerikaanse Indianentalen is door later onderzoek grotendeels bevestigd. Kenmerkend voor het oeuvre van Sapir is dat hij de taalverschijnselen bestudeerde als deel van de gehele cultuur; linguïstiek en antropologie zijn voor hem nauw verbonden.
Uitgave: Selected writings of Edward Sapir, door D.G.Mandelbaum (1949; verkorte uitg. Culture, language and personality, 1962).LITT. F.P.Dinneen, An introduction to general linguistics (1967; hoofdstuk 8).
