m. (-s), samenvattende ben. voor insektesoorten uit de geslachten Ammophila en Podalonia (familie graafwespen).
Rupsendoders zijn slanke wespen, die 2-3 cm lang worden. De wijfjes graven loodrechte schachten in de grond, zetten een ei erin af, en sluiten de schacht af met steentjes en zand. Daarna gaan zij op jacht naar rupsen als voedsel voor de uitkomende larve. De prooi bestaat uit onbehaarde rupsen.