Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

reddingsboot (reddingboot)

betekenis & definitie

v./m. (-boten), boot bestemd en ingericht tot redding van schipbreukelingen.

Men onderscheidt de boten van het georganiseerde reddingswezen en de boten die krachtens wettelijke voorschriften aan boord van elk zeegaand schip moeten zijn en die voldoende zitplaatsen moeten bieden voor alle opvarenden van het schip. Dit laatste voorschrift is overigens pas in de internationale scheepvaartwetgevingen opgenomen na de beruchte ramp met het passagiersschip Titanic dat op 14 april 1912 op zijn eerste reis op een ijsberg stootte, waardoor 1595 mensen om het leven kwamen. Oorspronkelijk hingen de eenvoudige roeireddingsboten aan radiaal-of spijkerdavits buiten boord en moesten met de hand worden afgevierd en te water gelaten. Tegenwoordig bestaan er verschillende systemen zwaartekracht-davits, die het voordeel hebben dat iedereen aan boord kan instappen, waarna de boot, door een enkele handeling, op wielen over twee rails buitenboord komt te hangen, en automatisch een lier wordt ingeschakeld waarmee de boot te water wordt gezet (davit). De internationale conventie van 1948 ‘Beveiliging van mensenlevens op zee’ bepaalt dat alle reddingboten open boten moeten zijn met vaste boorden en alleen inwendige middelen tot verhoging van het drijfvermogen. Zij worden veelal gebouwd van (licht) metaal of een kunststof; het drijfvermogen van metalen boten moet even groot zijn als dat van houten boten van dezelfde inhoud.

Inwendig drijfvermogen moet bestaan uit waterdichte luchtkasten, die in een houten boot ten minste 10 % van de totale ruimte innemen. Daarnaast bestaan er ook nog rubbervloten met dak (de grootste met ruimte voor 20 man) die automatisch worden opgeblazen.

< >