v., het specifiek, kenmerkend zijn van een reactie.
Aan het begrip reactiespecificiteit kunnen twee aspecten worden onderscheiden, nl. stimulusspecificiteit en individuele reactiespecificiteit. Onder stimulusspecificiteit verstaat men dat een bepaalde stimulus in vergelijking met andere stimuli consistent een bepaald reactiepatroon zal oproepen. Zo zal b.v. het onderdompelen van de hand in een bak koud water (cold pressor test) op consistente wijze een bepaald fysiologisch reactiepatroon oproepen (voornamelijk vasoconstrictie). Onder individuele reactiespecificiteit verstaat men dat een individu op consistente wijze met een bepaald reactiepatroon zal reageren op een bepaalde set stimuli. Zo zal individu A op een bepaalde stimulus het sterkst reageren met verhoging van de hartfrequentie, terwijl individu B op diezelfde stimulus nauwelijks een hartfrequentieverandering zal laten zien, maar wel een grote huidweerstandsreactie.