m., drukprocédé waarbij gedrukt wordt van een verdiept beeld, dat bestaat uit vierkante napjes.
Bij de rasterdiepdruk dient het raster om de rakel die de inkt van de bovenkant van de cilinder afhaalt steun te geven. De diepte van de napjes bepaalt de ‘grijswaarde’ van de afdruk. Een napje met grotere diepte zal op de afdruk een grotere kleurwaarde geven dan een napje met geringe diepte. Overigens moet men deze diepten in honderdsten van mm zoeken, daar het totale koperlaagje op de diepdrukcilinder amper 0,1 mm dik is. Meestal wordt voor rasterof koperdiepdruk raster 70 gebruikt, d.w.z. 4900 napjes per cm2.