Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pseudepigrafen

betekenis & definitie

[Gr. pseudos, bedrog, epigrafo, een opschrift geven], m. (mv.), geschriften met valse of misleidende opschriften; m.n. een aantal Hebreeuwse geschriften die voorbijgaand en in sommige kerkgemeenschappen min of meer groot aanzien hebben genoten, maar nooit tot de canon behoord hebben. De joodse pseudepigrafen bevatten een aantal werken die niet tot de Hebreeuwse canon behoren.

Zij stammen uit 200 v.C.—200 n.C. en werden in het Hebreeuws geschreven.Zij worden wel in de talmoed vermeld, maar dan als boeken die niet zijn opgenomen in de vastgelegde tekst van de bijbel. De joodse pseudepigrafen kunnen verdeeld worden in vier groepen:

1. thematisch aansluitend bij de Thora (Pentateuch), zoals het Leven van Adam en Eva;
2. aansluitend bij de Nebiim (Profeten), zoals het Gebed van Manasse, de Brief van Jeremia, het Boek Baruch;
3. aansluitend bij de Ketoebiem (Hagiograaf), zoals de Psalmen en Oden van Salomo, de Wijsheid van Salomo, de toevoegingen tot Ester, Daniël en het Boek Ezra;
4. de overige pseudepigrafen: de Aristeas-brief, de vier Boeken der Makkabeeën, Tobit, Judit, het Visioen van de Sibyllen en het Boek Jezus Sirach. Sommige van de joodse pseudepigrafen werden in de christelijke Septuaginta en de Vulgata opgenomen: apocriefen.

LITT. E.Kautsch, Die Apokryphen und Pseudoepigraphen des Alten Testaments (3e dr. 1962); L. Rost, Einleitung in die alttestamentische Apokryphen und Pseudepigraphen (1971).

< >