Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

programmatuur

betekenis & definitie

(Eng. software), v., algemene ben. voor alle programma’s waarmee men een computer opdrachten kan geven.

Men spreekt van systeem-programmatuur om de verzameling van vaste, algemeen-ondersteunende programma’s aan te duiden die op een computerinstallatie ter beschikking gesteld worden. Dit in tegenstelling tot de applicatie-programmatuur, die de programma’s omvat die de gebruiker maakt en op die installatie laat uitvoeren (een loonof voorraadadministratie, een planning-berekening enz.). Het begrip programmatuur wordt in engere zin veel gebruikt ter aanduiding van de systeem-programmatuur, waarbij de merkwaardige term ‘harde software’ de indruk weergeeft die de gebruiker ervaart: het is alsof dit geheel een eigenschap van het apparaat zelf is. Tot de programmatuur in de beperkte betekenis behoren:

1. het bedrijfssysteem;
2. de vertaalprogramma’s voor het omzetten van een programmeertaal in door de machine uitvoerbare instructies;
3. standaardprogramma’s, b.v. numeriek-wiskundige of statistische programma’s of programma’s voor het sorteren van magneetbanden, kopiëren van banden, interpreteren of vervaardigen van grafieken. Hoe meer programmatuur een computer bezit, des te eenvoudiger wordt de toepassing voor de gebruiker doch des te ingewikkelder, duurder en kwetsbaarder zal de systeemprogrammatuur zelf zijn. De efficiency van de programmatuur is bepalend voor die van de computer, informatica.