Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

plasticiteit

betekenis & definitie

[Fr.], v.,

1. het plastisch-zijn, kneedbaar-, vervormbaarheid; smijdigheid;
2. beeldende kracht; tastbare, aanschouwelijke voorstelling. Plasticiteit is de eigenschap van een massa onder invloed van krachten van voldoende grootte, van vorm te veranderen en deze veranderde vorm te behouden, nadat de krachten hebben opgehouden te werken. Langdurig werkende krachten kunnen willekeurig grote vormveranderingen veroorzaken. De plasticiteit staat dus tussen elasticiteit en fluïditeit. Zet men in één grafische voorstelling het verband uit tussen
1. de snelheid, waarmee twee oneindig dun gedachte lagen van een stof langs elkaar schuiven; en
2. de schuifspanning, die die afschuiving veroorzaakt, dan vindt men voor echte vloeistoffen een rechte lijn door de oorsprong. D.w.z. een echte vloeistof vloeit reeds onder invloed van uiterst geringe krachten, zij het ook zeer langzaam. Het blijkt nu dat het verband tussen schuifspanning en schuifsnelheid in vele gevallen minder eenvoudig is. Dikwijls treedt bij geringe krachten geen, of althans in afzienbare tijd geen waarneembare vloeiing op en pas wanneer de schuifspanning een bepaalde drempelwaarde overschrijdt, constateert men een zekere vloeiing (de zgn. vloeigrens of zwichtspanning; elasticiteit, mechanica). Onder invloed van krachten boven de vloeigrens gedraagt de stof zich als een vloeistof, daarbeneden als een elastische vaste stof. De typisch plastische toestand geeft een diagram, waarvan de lijn niet door de oorsprong gaat, maar op een punt van de schuifspanning-as begint. Soms bestaat er twijfel of de lijn niet zeer dicht langs die as loopt, d.w.z. dat de schuifsnelheden beneden de vloeigrens uiterst gering of onmerkbaar zijn. Het is gebleken, dat bijna alle vaste stoffen, ook de schijnbaar volkomen vaste, zoals metalen en gesteenten, onder inwerking van zeer grote krachten plasticiteit vertonen. Ook de temperatuur speelt. in de meeste gevallen een grote rol. Behalve uit natuurkundig oogpunt en voor de geologie (plasticiteit van de delen van de aardkorst) is de plasticiteit ook van grote betekenis voor de moderne techniek en talloze fabricageprocessen (metalen, plastics, rubbers, verven, textiel, asfalt, keramiek enz.). Zeer belangrijk is de plasticiteit ook bij het keuren van (en de constructie met) metalen en gewapend beton, voor de bodemmechanica ten behoeve van de berekening van funderingen, aanleg van wegen, dijken, stuwdammen enz. Het experimenteel onderzoek van de plasticiteit als verband tussen zuivere schuifspanning en schuifsnelheid, stuit in vele gevallen op grote experimentele en mathematische moeilijkheden. Men behelpt zich daarom dikwijls nog met empirische methoden.