Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

plaatsvervulling

betekenis & definitie

v., het vervullen van een anders plaats; (erfrecht) het optreden in de plaats, in de graad en in de rechten van degene die vertegenwoordigd wordt: de vader was overleden en nu traden diens kinderen bij op en ontvingen de erfenis.

In Nederland treedt plaatsvervulling alleen in wanneer de eerstgeroepene is overleden; bij afstammelingen van de erflater en bij broers en zusters van de erflater treedt onbeperkte plaatsvervulling op; bij de overige bloedverwanten in de zijlinie alleen wanneer de plaatsvervullers afstammelingen zijn van een vooroverleden broer of zuster van hem die de erflater het naast in graad bestaat (artt. 887—895 BW). In het reeds wet zijnde, maar nog niet ingevoerd Boek 4 BW is plaatsvervulling ook mogelijk voor een nog levende, b.v. iemand die de nalatenschap verworpen heeft; verder is er daarin steeds onbeperkte plaatsvervulling, met andere woorden het enige vereiste is, dat men afstammeling is van hem wiens plaats men vervult. Plaatsvervulling treedt in onafhankelijk van de wil van de betrokken personen. Plaatsvervulling in het testamentair erfrecht wordt alleen aangenomen indien de erflater dit bepaald heeft.

In België heeft plaatsvervulling (art. 739 BW) in de rechte nederdalende lijn tot in het oneindige plaats. Zij is in alle gevallen toegelaten, hetzij de kinderen van de overledene opkomen samen met de afstammelingen van een vooroverleden kind, hetzij alle kinderen van de overledene vóór hem gestorven zijnde de afstammelingen van de kinderen onder elkaar in gelijke of ongelijke graden staan. Plaatsvervulling heeft niet plaats ten voordele van bloedverwanten in de opgaande lijn; de naaste in elk van beide lijnen sluit altijd de verdere uit. In de zijlijn is plaatsvervulling toegelaten ten voordele van de kinderen en afstammelingen van broeders en zusters, ooms en tantes van de overledene, hetzij die tot de erfenis komen samen met ooms en tantes, hetzij de erfenis, na vooroverlijden van alle broeders en zusters, ooms en tantes van de overledene, vervalt aan hun afstammelingen in gelijke of in ongelijke graden. In alle gevallen waarin plaatsvervulling toegelaten is, geschiedt de verdeling bij staken; indien een zelfde staak verscheidene takken heeft voortgebracht, geschiedt de onderverdeling in elke tak eveneens bij staken, en delen de leden van dezelfde tak onder elkaar bij hoofden. Men kan niet bij plaatsvervulling opkomen voor levende personen maar wel voor hem wiens erfenis men verworpen heeft.

< >