v. (-en), samenstel van buizen voor het transport van gassen, vloeistoffen of in vloeistof of gas gesuspendeerde deeltjes vaste stof (b.v. poederkool, zand of cement).
Pijpleidingen zijn in de petroleumindustrie naast tankschepen het belangrijkste transportmiddel (29% van de kapitaalsuitgaven van deze industrie worden daartoe gebruikt). De eerste pijpleiding was de ruwe-olie pijpleiding van 5 cm diameter, die in 1865 in Pennsylvanië werd gelegd. Ze bestond uit aaneengeschroefde gietijzeren pijpstukken. Ze werd echter na korte tijd door brodeloos geworden vrachtrijders vernield.
Pijpleidingen worden onderscheiden in verzamelleidingen (gathering lines) en lange-afstandsleidingen (trunklines). De eerste brengen de olie van de vele putten in leidingen met een diameter van 5–20 cm naar een opslagplaats. De lange-afstandsleiding brengt de olie van de velden naar de raffinaderij of naar een verschepingshaven waar ze door een tanker wordt overgenomen. Na de Tweede Wereldoorlog zijn talrijke raffinaderijen in het binnenland van West-Europa ontstaan (Beieren, Rhônedal, Seinedal). Deze raffinaderijen ontvangen hun ruwe olie uit havenplaatsen gelegen aan de Noordzee of aan de Middellandse Zee. Vanuit die havens lopen lange-afstandsleidingen naar Duitse, Franse, Zwitserse en Oostenrijkse raffinaderijen.
Met het groeien van het verbruik van aardolieprodukten hebben zich ook produktenpijpleidingen ontwikkeld. De oudste (1953) van West-Europa is die tussen Le Havre en een dertigtal depots van diverse maatschappijen, die Parijs van benzine, kerosine, gasolie enz. voorzien. De verschillende produkten (in totaal een dertigtal) worden in principe door één en dezelfde leiding na elkaar verpompt. Om vermenging tegen te gaan gebruikt men b.v. plastic ballons, die de reis meemaken als beweeglijke afscheiding tussen twee aan elkaar grenzende produkten van verschillende aard. Andere leidingen lopen van Rotterdam naar Antwerpen en Mannheim, van Marseille Fos via Lyon naar Dijon en van Genua naar Milaan. De diameters van oliepijpleidingen variëren sterk, bij trunklines van 50–100 cm.
De getransporteerde hoeveelheden per leiding kunnen tot 100 mln. t/jaar oplopen. De totale lengte op wereldschaal aan oliepijpleidingen werd in 1974 op 600.000 km geschat.
Ook aardgas wordt over grote afstanden door pijpleidingen getransporteerd. Na de gasvondsten in Italië, Frankrijk en Nederland werden in West-Europa uitgebreide netten van aardgaspijpleidingen gelegd. Verder zijn er gasleidingen van de Sahara naar de kust van de Middellandse Zee en leidingen uit de ondiepe delen van de Noordzee, die Brits gas naar de kust van Engeland voeren. Landen als Oostenrijk, en de BRD ontvangen sinds kort ook Russisch gas via een pijpleiding die in Orenburg en in de Oekraïne beginnen.
Pijpleidingen zijn uit pijpstaal gemaakt, waarvan de sterkte opgevoerd wordt door toevoeging van niobium, titaan of vanadium. Onderzoek op het gebied van pijpleidingen richtte zich op nieuwe beschermende lagen voor de buitenkant om corrosie te verlagen, op materiaal van grotere sterkte en op verbeterde pijplegmethodes. Het laatste heeft geleid tot het ontwikkelen van een mobiele pijpfabriek waarbij van stalen platen wordt uitgegaan die tot pijpvorm gewalst en gelast worden. De olievondsten in de Noordzee hebben de techniek van het pijpleggen sterk gestimuleerd, daar de plaatsingstechniek zich aan steeds grotere waterdiepten moest aanpassen. De reparatietechnieken zijn sterk in ontwikkeling, maar belemmeren vooralsnog het leggen van leidingen door de Noorse trog en tussen Afrika en Zuid-Europa. Ook het leggen van leidingen in bergstreken is moeilijk, evenals het aanvoeren van deelstukken van pijp en pompen. Bij de aanleg van de leiding door de Andes vanuit velden in het stroomgebied van de Boven-Amazone naar een haven aan de westkust van Ecuador werden de deelstukken per hefschroefvliegtuig ingevlogen.
Zowel een olie als een gaspijpleiding zijn pas af als er de voortstuwingsinrichtingen (pompen) in zijn geplaatst; voor olie met lage viscositeit zijn dit centrifugaalpompen, met hoge viscositeit veeltrapsplunjerpompen. Het gedrag van leiding en pompen tijdens hun dienst wordt door een meldings- en een afstandsbesturingsnet vanuit een centrale gevolgd. Op gezette tijden wordt de pijpleiding gereinigd door er een pijpschraper (go-devil) doorheen te persen; deze ontdoet de wand van aankorstingen.