v., wijze van ontstaan van ziekelijke veranderingen (ziekten, misvormingen enz.).
Men onderscheidt de morfologisch-functionele pathogenese en de eigenlijke pathogenese (de ziekteoorzaak of etiologie). De morfologisch-functionele pathogenese van een ziektetoestand kan dus van geval tot geval verschillen. Zo kan (anatomisch) dezelfde leverziekte door verschillende oorzakelijke factoren zijn ontstaan. Met de groei van de geneeskunde zal het onderscheid tussen beide vormen van pathogenese steeds geringer worden, later waarschijnlijk geheel verdwijnen. Vaak treft men al aan het woord ‘etiopathogenese’.