1. (België) de dadelijke uitwinning bij gedwongen verkoop;
2. (Nederland) het recht van een schuldeiser om zonder vonnis bepaalde of alle goederen van zijn schuldenaar te verkopen en zich uit de opbrengst te voldoen. Dit recht hebben in Nederland de pandhouder met betrekking tot het pand (art. 1201 BW); de eerste hypotheekhouder, die het in art. 1223 lid 2 BW bedoelde beding heeft gemaakt, met betrekking tot het verbonden onroerend goed; de ontvanger der directe belastingen volgens art. 14 van de wet op de Invordering van ’s Rijks Directe Belastingen van 1845, met betrekking tot de roerende en onroerende goederen van de schuldenaar. Parate executie is in België geregeld door het Gerechtelijk Wetboek, onroerend beslag.