Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

panegyriek

betekenis & definitie

[Gr. panegyris, volksfeest], v. (-en)

1. (oorspronkelijk) feestrede voor een volksvergadering gehouden;
2. lofrede, lofdicht.

Bij de Grieken werd de panegyriek uitgesproken bij een panegyris, een grote volksbijeenkomst zoals bij de panhelleense spelen en andere grote feesten. Bij zulke gelegenheden werden vanaf ca.400 v.C. door redenaars onderwerpen van algemeen belang behandeld, waarbij dikwijls aan een of meer Griekse steden lof werd toegezwaaid. Zo kreeg de panegyriek spoedig ook de betekenis van ‘lofrede’ en, omdat de redenaars daarin graag al hun kunnen toonden, van ‘pronkrede’. Uit de Griekse Iitterauur zijn het bekendst Isokrates’ gefingeerde redevoeringen Panegyrikos (380) en Panathenaikos 342—339 v.C.). De Romeinen namen het woord in de Keizertijd over en bezigden het voor een lofrede op de keizer. Uit de Latijnse litteratuur zijn o.a. bewaard gebleven de panegyriek van Plinius de Jongere ter ere van Traianus (100 n.C.) en elf panegyrieken uit de latere Keizertijd, waarvan vijf tot Constantijn de Grote gericht zijn. Uitgaven van de Latijnse panegyriek: door R.A.Mynors (1964); door E.Galletier (3 dln. 1949-55; met Fr. vert.).

< >