Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

pachtgebied

betekenis & definitie

o. (-en), (volkenrecht) bepaald gebied, door een staat aan een andere staat voor een aantal jaren overgedragen onder afstand van zijn soevereiniteitsrechten in dat gebied.

Al naar gelang het verschillend politiek en geschiedkundig verband, zijn verschillende categorieën pachtgebieden te onderscheiden. Ten eerste is de pachtvorm in de tijd van het traditionele imperialisme gebruikt ter verwerving van absolute macht over een gebied zonder formele annexatie. Soms was uitdrukkelijk sprake van ‘delegatie van soevereine rechten’. Voorbeelden: Zanzibar aan Groot-Brittannië (1891, eeuwigdurend); Port Arthur (China) aan Rusland (1898; later aan Japan, 1905); Tjiautsjow (China) aan Duitsland (1898, voor 99 jaar), Weihai (China) aan Groot-Brittannië (1898); Kwangtsjouwan (Tsamkong) aan Frankrijk (1898, voor 99 jaar); Hongkong (China) aan Groot-Brittannië (1898, voor 99 jaar). Terwijl men bij pachtgebieden vooral aan bovengenoemde vorm denkt, is de pachtvorm ook gebruikt in de volgende gevallen:

1. in relatie tussen Europese koloniale machten, vooral in Afrika, ter regeling van belangen in elkaars gebieden;
2. in een aantal intra-Europese verhoudingen, vooral na de Eerste Wereldoorlog, b.v. bepaalde zones in de havens van Hamburg en Stettin (Duitsland) aan Tsjechoslowakije (1919, voor 99 jaar); zone in de haven van Triëst (Italië) aan Tsjechoslowakije (1921);
3. in recente tijden, vooral voor de vestiging van militaire bases op gebied van een andere staat, b.v. Groot-Brittannië aan de VS (1941, voor 99 jaar); Finland aan de USSR (1940); Spanje aan de VS (1953, 1969). Het gezag en de bevoegdheden die in deze laatste categorieën uit de pachtverhouding voortvloeien, zijn lang niet zo vérstrekkend als in de semi-koloniale ‘pachtgebieden’.