Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

origineel

betekenis & definitie

[Fr.] I. bn. en bw. (-neler, -st),

1. oorspronkelijk, onvervalst: dit zijn de originele stukken; dit is een kopie, het originele schilderij hangt in het Rijksmuseum; de originele uitgave (van een werk), de eerste druk, of de door de schrijver zelf bewerkte uitgave, in tegenst. met latere drukken; (handel) origineel depot, som die zowel door koper als verkoper gestort moet zijn, voordat een contract door de liquidatiekas geregistreerd wordt;
2. uit iemand zelf voortkomend, zonder navolging of afhankelijkheid van iemand of iets anders; nieuw, fris: een werk vol originele denkbeelden; hij gaat zeer origineel te werk,
3. zijn eigen kenmerk dragend, zich door iets bijzonders onderscheidend: ik heb nooit origineler plan gehoord; een originele opvatting van een zaak;

II. zn. (-nelen),

1. o., oorspronkelijk stuk, tegenover de kopie of het afschrift: het origineel van deze wissel is in mijn bezit; iets met het origineel vergelijken; (ook),
2. m., iemand die door zijn eigenaardigheden in het oog valt, zonderling.