Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

orfiek

betekenis & definitie

v., (ook: orfisme), godsdienstige stroming in het oude Griekenland, waar zij in de 6e eeuw v.C. overal opkwam, genoemd naar de mythische lichter Orfeus als drager bij uitstek van openbaringen en geheimleer.

Uitgangspunt van de orfiek was een leer over het ontstaan van de kosmos en de mens. De mens zou voor een deel van goddelijke oorsprong zijn, maar dit goddelijke element was gekerkerd in het lichaam. Bij de aanhangers van deze stroming bestond een sterk besef van schuld die na dit leven zou moeten worden geboet (zielsverhuizing). Doch door een zuivere levenswandel, reinigingsriten en ascese (vegetarisme o.a.) kon men reeds op aarde zijn toestand na de dood gunstig beïnvloeden. Op deze overtuiging berustten de orfische mysteriën, die door bepaalde handelingen en onderricht de ingewijde invloed op zijn hiernamaals verleenden, in de klassieke tijd werd de orfiek een weinig in aanzien staande religieuze onderstroming, maar in latere tijden kwam zij opnieuw op, m.n. in het godsdienstig syncretisme van de Romeinse keizertijd. Zij heeft ook het vroege christendom beïnvloed.

De zgn. orfische gedichten, over het ontstaan van de goden en van de wereld, ten dele bewaard, zijn alle van ver na de 6e eeuw v.C. en zijn in de Romeinse Keizertijd steeds weer omgewerkt. Zij hebben nooit ingang gevonden in de officiële litteratuur.

Filosofisch is de orfiek een mythologiserend denken, nauw verwant met de orfische mysteriën, Dionysoscultus e.d. Sporen van de orfiek vindt men bij Hesiodos, de Pythagoreeërs, Platoon (o.a. de leer van de zielsverhuizing) en in de latere hellenistische tijd.

Uitgave: Fragmenta Orphicorum, door O.Kern (1922).

LITT. L.Kerényi, Pythagoras und Orpheus (1950); W.K.C.Guthrie, Orpheus and Greek religion (1952).