v./m. (-en), (militaria) de weg waarlangs het leger zich bij een operatie beweegt.
Men maakt onderscheid tussen operaties op buitenlijnen en operaties op binnenlijnen. In het eerste geval gaat het om de opmars van een strijdmacht, die een omsingeling of een omvatting uitvoert. Een voorbeeld van een dergelijke operatie is het geallieerde slotoffensief tegen nazi-Duitsland in het einde van de Tweede Wereldoorlog. In het tweede geval betreft het de acties van troepen, die in verschillende richtingen gescheiden vijandelijke strijdkrachten attaqueren. Deze aanvalsvorm werd door Israël toegepast in de Zesdaagse Oorlog van 1967.
