Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

onzevader

betekenis & definitie

o. (-s), (ook: paternoster, gebed des Heren), het gebed dat Jezus aan zijn leerlingen leerde (Matt.6,9-13), aldus genoemd naar de eerste woorden.

Van oudsher is het onzevader hét gebed geweest van de christenen. Einde 1e eeuw kwam reeds de bepaling voor het driemaal daags te bidden. Van vele oudchristelijke schrijvers zijn commentaren op het onzevader bekend. Dat het onzevader het eigen gebed van de gelovigen is, heeft geleid tot een plechtig overreiken van de tekst tijdens de voorbereiding van de doop. Vanaf het einde van de 4e eeuw wordt het onzevader in de mis gezegd als voorbereidingsgebed op de communie. Ook in het officie kreeg het een plaats.

In de oosterse liturgieën (o.a. de Byzantijnse en de Westsyrische liturgie) wordt het onzevader besloten met een doxologie: ‘want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid tot in eeuwigheid’. Dit liturgisch gebruik heeft invloed gehad op sommige bijbelhandschriften. In de reformatorische kerken is deze doxologie altijd meegebeden. Ook in de vernieuwde rooms-katholieke liturgie is deze opgenomen.

< >