v. (-en),
1. het ontvangen-worden; het krijgen van iets dat door een ander wordt gegeven of gezonden: de ontvangst van een brief; van goederen; betaling bij ontvangst; iets in nemen, bij aankomst aannemen (en opbergen); (gelden) innen, opstrijken; het opvangen van radiosignalen enz.: de was goed;
2. geld dat men ontvangt (als opbrengst): de ontvangsten van dit concert worden aan een liefdadig doel gegeven; iemands inkomsten: een boek van ontvangsten en uitgaven;
3. het onthaal, het recipiëren: een hartelijke, koele ontvangst; commissie van ontvangst.