bn. en bw. (-der, -st),
1. niet berekend kunnende worden, niet voor berekening vatbaar: onberekende kosten, sommen; niet te schatten: een vrouw van onberekenbare leeftijd;
2. alle berekening te boven gaande, buitengemeen groot: het onberekenbare nut van goed onderwijs; onberekenbare schade;
3. vooraf niet te bepalen, niet vast te stellen: de onberekenbare gevolgen van zijn handelwijze;
4. waar men niet op kan rekenen, onvast: een karakter.