(speelde om, heeft omgespeeld),
1. spelend rondlopen: laat de kinderen nog maar wat in de tuin —;
2. een bal, een carambole -, zo spelen dat de bal waarmee men stoot, na één andere bal te hebben geraakt om het biljart heenloopt, d.w.z. nog drie of vier banden raakt, alvorens te caramboleren.