[Sanskriet], v. (g. mv.), mystieke syllabe bij de oude Indiërs.
(e) Oorspronkelijk was om misschien een syllabe of uitroep van instemming en bevestiging. Zij gaat aan gebed, ceremonieel, teksten (boeken) vooraf; met haar vangt o.a. het voornaamste deel van liturgische liederen aan. De syllabe om geldt in de oudere Upanishads als vertegenwoordigster van het →brahman. Mediteren over om leidt tot opstijgen naar het brahman, openbaart de godheid; de yogin (→yoga) doorklieft met om als een pijl, waarvan de geest de punt is, de duisternis en ziet het daarachter schijnende brahman. In de latere Upanishads vindt men veel mystiek over om.