type meteorologische satelliet, opvolger van de Tiros. De Nimbus is steeds met de onderzijde naar de aarde gericht terwijl hij een baan beschrijft die over de polen gaat.
Gedurende één omloop ziet hij van de helft van de aarde de dagzijde en van de andere helft de nachtzijde. In de loop van een etmaal draait de aarde éénmaal om haar as zodat ieder punt van de aarde tweemaal gezien wordt, éénmaal ’s nachts, éénmaal overdag. De nimbussatellieten bevatten televisiecamera’s voor het verkrijgen van wolkenfoto’s aan de dagzijde van de aarde (scheidend vermogen 1—2 km) en een infraroodgevoelige camera voor nachtwaarnemingen van wolken. Van een afzonderlijke camera worden de waarnemingen direct naar de grond geseind. Eerste lancering 28 augustus 1964. weersatelliet.