Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Neder-Saksen

betekenis & definitie

Westduitse deelstaat tussen de Elbe en de Ned. grens, 47417 km2, 7,3 mln. inw., ca. 75 % evangelisch. Hoofdstad: Hannover.

Het noorden is laagland, het zuiden meer heuvelachtig, overlopend in de Harz. De bevolking neemt gestaag in aantal toe. Van de beroepsbevolking werkt 10,6 % in de landbouw, 43,1 % in de industrie, 18,7 % in handel en verkeer, en in de overige diensten 27,6 %. Naast de landbouw (m.n. gemengd bedrijf) is de mijnbouw van belang: aardolie, o.a. in het gebied tussen de Eems en de Ned. grens, tussen Hamburg en Bremen en ten noordoosten van Hannover; ijzererts ten oosten en steenkool ten westen van Hannover; verder kalizout, koper, steenen bruinkool. De veelzijdige industrie omvat o.a. voertuigen, machinebouw, textiel, levensmiddelen, elektrotechniek, chemicaliën, rubber. De belangrijkste centra zijn Hannover, Brunswijk, Helmstedt, Wilhelmshaven, Wolfsburg, Salzgitter-Peine, Hildesheim, Osnabrück, noordelijke Harzrand.