volkenrechtelijke misdrijven bestaande in vervolging of vernietiging van volksgroepen op grond van ras of van politieke of godsdienstige overtuiging. De vernietiging van volksgroepen (genocide) werd voor het eerst genoemd in de overeenkomst tussen de VS, GrootBrittannië, de USSR en Frankrijk van 8.8.1945 inzake bestraffing van de voornaamste oorlogsmisdadigers van de Europese Asmogendheden.
De misdrijven tegen de menselijkheid vormen te zamen met de misdrijven tegen de vrede en de overtreding van het oorlogsrecht (oorlogsmisdrijven in enge zin) de oorlogsmisdrijven in ruime zin. Na de Tweede Wereldoorlog zijn daden van genocide formeel tot internationale misdrijven (tegen de menselijkheid) verklaard in het Genocideverdrag van 194
9. In 1973 is een verdrag inzake bestrijding en bestraffing van het misdrijf van apartheid tot stand gekomen, waarbij apartheid is verklaard tot misdrijf tegen de menselijkheid.
LITT. N.Robinson, The genocide convention (1960); E.Aroneanu, Le crime contre l’humanité (1961); Woetzel, The Nuremberg trial in international law (1962); R.Falk (red.), Crimes of war (1971).
