Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Mandel, Ernest

betekenis & definitie

Belg. econoom en politiek theoreticus, *5 april 1923 te Frankfort aan de Main. Mandel was van 1955—62 lid van de economische studiecommissie van het Algemeen Belg.

Vakverbond (ABVV) en redacteur van de socialistische partijkrant Le Peuple. In 1956 werd hij hoofdredacteur van het weekblad La Gauche (Vlaamse uitgave: Links), waarin hij zijn revolutionaire politieke standpunt verdedigde. Hij was een omstreden figuur op het congres van de Belg.Socialistische Partij (BSP) in 1964 en werd uit de partij gestoten. Mandel werd de belangrijkste woordvoerder van het Verenigd Secretariaat van de trotskistische Vierde Internationale. Hij pleitte voor revolutionair-socialistische partijvorming. Mandel is sinds 1970 verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel waar hij marxistische economie doceert. In 1972 promoveerde hij aan de Vrije Universiteit van West-Berlijn in de wijsbegeerte. Mandel heeft de marxistische economie voornamelijk ontwikkeld door een verklaring van de evolutie van het laatkapitalisme na de Tweede Wereldoorlog, gebaseerd op een strenge toepassing van de arbeids-en meerwaarde theorie. Verder staat in zijn werk centraal het formuleren van een systematische sociaal-economische theorie van de overgangsmaatschappij tussen kapitalisme en socialisme. Werken: Traité d’économie marxiste (1962; Ned. vert. 1974), La formation de la pensée économique de Karl Marx (1967), De EEG en de concurrentie Europa-Amerika (1968), Contrôle ouvrier, conseils ouvriers, autogestion. Anthologie (1970), Lenin en het probleem van het proletarisch klassebewustzijn (1970), The decline of the dollar (1972), Der Spätkapitalismus, Versuch einer marxistischen Erklärung(1912; Ned. vert. 1976), Vervreemding en revolutionaire perspectieven (1973), Du fascisme (1974), De economische theorie van het marxisme (2 dln. 1979).

< >