[Lat. mandare, bevelen, opdragen], o.,
1. in het Romeinse recht de term voor het contract, dat thans nog bestaat als lastgeving;
2. mandata principis, de ambtelijke instructies van de keizer aan hoge ambtenaren (Constitutio principis), in het bijzonder betrekking hebbend op hun tak van dienst;
3. in de Rooms-Katholieke Kerk term voor de liturgische voetwassing op Witte Donderdag.