Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

Macropedius

betekenis & definitie

Georgius, eigenlijk: Joris van Langhveldt, Ned. taalkundige en dichter, *1485 of 1486 Gemert, ♱juli 1558 ‘s-Hertogenbosch. Macropedius was rector van de Hiëronymusscholen van de Broeders des Gemenen Levens te Luik, Utrecht en ‘s-Hertogenbosch.

Hij schreef een aantal werken op taalkundig gebied, maar maakte vooral naam met zijn Latijnse schooldrama’s: vijf blijspelen of kluchten. Vooral door zijn blijspelen, die in ongekunstelde taal zijn geschreven en tafereeltjes uit het huiselijk leven of het boerenleven uit de omgeving van Utrecht (Bunschoten) behandelen, is hij de belangrijkste Latijnse toneelschrijver van de 16e eeuw. Werken: taalkunde: Institutiones grammaticae (1538), Syntaxeospraecepta (1538); toneel: Rebelles (1535), Aluta (1535), Petriscus (1536), Asotus (1537), Andrisca (1538), Hecastus (1539), Bassarus (1540), Lazarus mendicus (1541), Iosephus (1544), Adamus (1552), Comoediae (1552; verz. blijspelen), Hypomene (1553), Iesus scholasticus (1556).

LITT. R.C.Engelberts, G.Macropedius Bassarus (1968); T.W.Best, Macropedius (1972).

< >