de in vele godsdiensten (alsook in joodse en christelijke synthesen) aanwezige voorstelling van de parallellie en samenhang tussen de grote buitenwereld en de kleine wereld van de mens. Op velerlei gebied vindt men deze gedachte terug.
Wat met de mens gebeurt, is een afspiegeling van wat in de hem omringende wereld plaatsvindt: de mens zelf is een ‘wereld’ in het klein; de tempel is een afbeelding van de wereld (o.a. India en Babylonië); de riten zijn een herhaling van wat eenmaal in de oertijd plaatsvond; de inwijding betekent dikwijls een herintegratie in de kosmos; de stamorganisatie is gebouwd op een kosmische indeling (o.a.Indonesië en Afrika); de ethiek beoogt dikwijls (herstel van) harmonie van macro- en microkosmos. M.n. in het tantrisme speelt deze voorstelling een centrale rol.
Samenhang van macro en microkosmos vooronderstellen o.a. astrologie en mantiek: zoals de macrokosmos inwerkt op de microkosmos, zo is ook het omgekeerde mogelijk.
LITT. M.Eliade, Le mythe de l’éternel retour (1949); M.Eliade, Images et symboles (1952); M. Eliade, Das Heilige und das Profane (1957).