Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

logograaf

betekenis & definitie

[Gr.], m. (-grafen),

1. schrijver van oraties of pleidooien die door een ander moeten worden uitgesproken;
2. ben. voor de oudste Griekse geschiedschrijvers.

De werken van de zeer heterogene groep logografen omvatten lokale tradities, volksverhalen, genealogische en mythologische overlevering. Sommige logografen kenden reeds een begin van historische kritiek, maar in de meeste gevallen overweegt speculatieve reconstructie. De meeste logografen schreven in het Ionisch dialect. Hun tijd valt van 550 v.C. tot in de eerste helft van de 5e eeuw v.C. De logografie vormt een speciale tak van de Griekse geschiedschrijving en niet uitsluitend een voorstadium voor de grote historiografie van Herodotos en Thoukydides. De belangrijkste logografen zijn Akousilaos van Argos, Hekataios van Milete, Hellanikos van Mytilene, Xanthos de Lydiër.

Uitgave: Fragmente der griech. Historiker, door F. Jacobi (1923 vlg.).

< >