Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

logger

betekenis & definitie

m. (-s), vissersvaartuig met rechte steven, hoge kop, vrij veel zeeg en rond gat, waarmee haring werd gevangen.

De logger was oorspronkelijk een houten zeilvissersvaartuig voor de haringvangst met de vleet en is ontstaan uit de 18e-eeuwse logger (longre) die voor de kustvaart in Het Kanaal werd gebruikt. De eerste Ned. logger (1866) bracht een grote ommekeer in de haringvisserij teweeg, doordat de gebruikelijke platbodems werden verdrongen. In 1916 telde de Nederlandse haringvloot 761 loggers. De trawler heeft de functie van de logger overgenomen, vooral omdat met de trawler gevist kan worden zowel op vissoorten die zich bij de bodem ophouden als op die welke zich in hogere waterlagen bevinden.

< >