Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 13-12-2021

lijkbezorging

betekenis & definitie

v., het begraven of cremeren van lijken.

In Nederland is de lijkbezorging geregeld in de wet van 10.4.1869 Stb. 65, ingrijpend gewijzigd in 1955 en 1968. Deze bepaalt o.m. dat in elke gemeente ten minste één algemene begraafplaats moet zijn, dat voor de inrichting van bijzondere begraafplaatsen toestemming van het gemeentebestuur vereist is, en dat de aanleg van een familiegraf op eigen grond is toegestaan, mits dit 50 meter uit de bebouwde kom ligt en men gemeentelijke goedkeuring heeft. Sinds 1968 kent de wet gemeentelijke, provinciale en bijzondere crematoria. Een bijzonder crematorium kan slechts worden gevestigd door een kerkgenootschap of een privaatrechtelijke rechtspersoon; de exploitatie dient te geschieden zonder winstoogmerk. Verder bepaalt de wet dat een arts of gemeentelijk lijkschouwer ten behoeve van de ambtenaar van de burgerlijke stand een verklaring van overlijden moet ondertekenen (in geval van niet-natuurlijke dood is een verklaring van geen bezwaar van de officier van justitie vereist). Hierna kan de ambtenaar de voor de lijkbezorging voorgeschreven schriftelijke toestemming geven.

Begrafenis of crematie mag zonder bijzondere toestemming van de burgemeester niet eerder dan 36 uur en niet later dan op de vijfde dag na het overlijden plaats vinden. Balsemen is in Nederland niet toegestaan, behoudens dispensatie van de minister, en in geval van ontleding. Voor ontleding ten dienste van het wetenschappelijk onderwijs is een codicil van de overledene vereist of toestemming van de naaste familieleden als genoemd in de wet. Een bijzondere vorm is het overboord zetten van op zee overledenen.

In België is het een en ander geregeld in de Wet op de Begraafplaatsen en de Lijkbezorging van 20.7. 1971, sindsdien gewijzigd door die van 4.7.1973, als vervanging van alle daarvoor bestaande. Elke gemeente moet ten minste een begraafplaats hebben, maar gemeenten kunnen zich verenigen om over een gemeenschappelijke begraafplaats te beschikken. Het bouwen van een omheiningsmuur is niet meer verplicht. De wet bepaalt o.a. de afwijkingen van de verplichting op de gemeentelijke begraafplaatsen te begraven, de duur van de concessies, hun afschaffing of terugneming door de gemeente. De gemeenteraad regelt plaatsing en afmeting van grafstenen en monumenten. Ten aanzien van lijkverbranding kan de persoon die bevoegd is om de begrafenis te doen uitvoeren een aanvraag om verlof hiertoe aan de ambtenaar van de burgerlijke stand richten indien de overledene niet schriftelijk de wens heeft geuit zijn lijk te doen verbranden.

Heeft hij echter schriftelijk zijn voorkeur voor een andere wijze van teraardebestelling te kennen gegeven, dan moet het verlof geweigerd worden. Wanneer sommige familieleden tegen de verbranding zijn en andere er voor dan beslist de rechter binnen 24 uur. Het uitstrooien van de as is geoorloofd op een daartoe bestemd perceel van de begraafplaats.

< >