v., de toestand van een lijfeigene, persoonlijke onvrijheid.
Lijfeigenschap is in zijn strengste vorm synoniem met slavernij, in gematigder vorm met de middeleeuwse horigheid. In die laatste vorm is zij in Europa ook na de middeleeuwen nog aanwijsbaar, m.n. in Rusland, waar zij pas in 1861 werd afgeschaft.