v./m. (-lagen), (vegetatiekunde), het geheel van de kruiden en jonge houtige planten in een landplantenvegetatie.
(e) In een natuurlijk bos bevinden zich normaliter boven de kruidlaag de struiklaag en de boomlaag; beneden de kruidlaag wordt de moslaag ontwikkeld. →bos, BOSBOUW, →formatie.