Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

formatie

betekenis & definitie

[Fr.], v. (-s),

1. vorming, schepping;
2. groepering van troepeneenheden, tanks, oorlogsschepen, gevechtsvliegtuigen: in — vliegen; getalsterkte: boven de gewone —; ook voor (legerafdeling: telkens nieuwe formaties werden in de strijd geworpen; een — van 18 bommenwerpers; vastgestelde bezetting, b.v. van een postkantoor; vastgesteld vereist personeel;
3. (geologie) laag of groep van aardlagen of gesteenten die tot een zelfde tijdperk van vorming behoren of onder gelijke omstandigheden ontstaan zijn: de tertiaire —;
4. wijze waarop iets gevormd is: dit woord heeft een heel andere —;
5. (vegetatiekunde) een plantencomplex (loofbos, moeras), dat in een specifiek milieu (klimaat, bodem) uiterlijk een geheel vormt, met gelijke dominante levensvormen, met een zelfde gelaagdheid en periodiciteit;
6. kabinetsformatie.

GEOLOGIE. Een formatie bestaat uit een aantal lagen met bepaalde lithografische eigenschappen, waarin zij zich onderscheidt van onderen bovenliggende formaties. Formaties kunnen als formele eenheden op de geologische kaart worden gebruikt; zij dienen dan voorzien te zijn van een geografische naam, en gedefinieerd te worden door een sectie in een typelokaliteit. Vaak komt het begrip formatie overeen met het begrip faciës (m.n. lithofaciës). Formaties worden onderverdeeld in laagpakketten en samengebundeld tot groepen. MILITARIA. Landmacht. De samenstelling van een formatie is voornamelijk afhankelijk van de aard van de operatie en de gesteldheid van het gevechtsterrein. Zo bestaan er verschillende tankformaties voor de opmars, de terugtocht, de aanval, de verdediging en het vertragend gevecht.

Marine. Hier verstaat men onder een formatie de groepering van de tot één verband behorende schepen ten opzichte van elkaar. Er wordt in dit opzicht onderscheid gemaakt tussen mars-, verkenningsen gevechtsformaties, waarbinnen overigens ook weer tal van variaties mogelijk zijn. In de oudheid vond m.n. de, frontale gevechtsformatie toepassing, omdat de toenmalige galeien voorzien waren van een ram, terwijl de brede zijden geheel werden ingenomen door de riemen van de roeiers. Vooren achterschip waren destijds hoog opgebouwd en bezet door soldaten. Op deze wijze trachtte men, naast elkaar oproeiend, de tegenstander te rammen, waarbij de soldaten ervoor moesten zorgen na de geslaagde manoeuvre de vijand te overmeesteren. Met de opkomst van het kanon in later eeuwen waren juist de brede zijden het meest geschikt om de bewapening te plaatsen (vooren achterschip boden daartoe onvoldoende ruimte).

De kiellinie, waarbij alle schepen zo dicht mogelijk opgesloten achter elkaar varen, was in die dagen derhalve de aangewezen gevechtsformatie (grootste vuurkracht). Ook de overgang naar mechanisch voortbewogen stalen schepen in de 19e eeuw bracht op dit gebied grote veranderingen teweeg. In de eerste helft van de 20e eeuw deed zich bij de marine de noodzaak voor de formaties keer op keer aan te passen aan nieuwe tactische inzichten, die het resultaat waren van o.a. de verbetering van het scheepsgeschut, de toepassing van allerlei soorten bommen en de introductie van torpedo’s, onderzeeboten en vliegtuigen. Mede daardoor is er in de loop der jaren een grote verscheidenheid aan maritieme formaties ontstaan. Luchtmacht. Een formatie is een groepering van gevechtsvliegtuigen, die onder leiding van de vlieger van het eerste toestel als één geheel manoeuvreert. Er bestaan tweeërlei formaties:

1. gesloten formaties; deze treft men aan bij demonstraties en parades en bij het vliegen door een wolkendek;
2. gevechtsformaties of open formaties; deze worden toegepast bij acties, waarbij contact met vijandelijke vliegtuigen kan worden verwacht. Het vliegen in gevechtsformatie geschiedt zodanig, dat de vliegtuigen enerzijds een zekere bewegingsvrijheid ten opzichte van elkaar hebben en anderzijds het uitzicht en de onderlinge vuurdekking onder alle omstandigheden gewaarborgd zijn. Bij sommige gevechtsformaties, waarbij op topsnelheid wordt gevlogen, wisselen de vliegtuigen in de bochten van positie om te voorkomen, dat de aan de buitenkant vliegende toestellen achter zouden raken, omdat de voor het afleggen van een langere weg benodigde extrasnelheid ontbreekt.

VEGETATIEKUNDE. Een formatie bestaat gewoonlijk uit diverse plantengemeenschappen, maar de floristische samenstelling speelt in de meeste formatiesystemen geen of slechts een ondergeschikte rol. Door verschillen in klimatische en edafische factoren treden andere combinaties van levensvormen op, b.v. de altijdgroene tropische regenwouden, altijdgroene subtropische laurierbossen en hardloofbossen, altijdgroene boreale naaldbossen, zie vegetatiekunde.