Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

krant

betekenis & definitie

[Fr. courante, lopend, vloeiend], v./m. (-en), spreektaalvorm van courant,

1. dagblad, nieuwsblad, een bepaald, op geregelde tijden, meestal dagelijks verschijnend drukwerk ter verspreiding van nieuws en wetenswaardigheden en tot voorlichting van het publiek (e): in onze stad verschijnen vier grote kranten;
2. aflevering van zo’n nieuwsblad: is de er al?; als voorwerp van papier: leg er een — onder;
3. de onderneming die zo’n nieuwsblad uitgeeft, en haar bureau: hij is aan een —;
4. de dagbladen, de pers: het staat in de —; zet het in de — (ook iron.): dat mag wel in de —, dat is iets ongewoons.

(e) Van de 17e—19e eeuw werd de term krant ook gebruikt voor minder frequent verschijnende bladen. Pas toen de moderne communicatiemiddelen een actuelere berichtgeving mogelijk maakten en er snellere drukprocédés waren ontwikkeld, ontstond het dagblad en werden de kranten steeds gevarieerder van inhoud. Met het verdwijnen van het analfabetisme bereikten zij vanaf de tweede helft van de 19e eeuw steeds bredere bevolkingslagen. Deze ontwikkeling werd mede gestimuleerd door popularisering van de inhoud (reportages, feuilletons, speciale rubrieken).

Naast het verschaffen van nieuws, commentaar en verklarende artikelen, heeft de krant de functie van drager van reclameboodschappen. Kranten kennen een ondernemingsgewijze produktie. De onderneming financiert het werk van de redactie, het drukken en de distributie. De inkomsten komen uit de opbrengsten uit abonnementen, losse verkoop en advertenties. De opbrengsten uit advertenties zijn in de loop der jaren steeds belangrijker geworden. Dit maakt kranten gevoeliger voor conjuncturele ontwikkelingen, wat mede onder invloed van onderlinge concurrentie en de concurrentie van radio en televisie tot persconcentraties en de ondergang van het onafhankelijke dagblad leidt.