Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koolhydraat

betekenis & definitie

o. (-draten), (ook: suiker, saccharide), een van een grote groep van organische verbindingen, die uit koolstof, waterstof en zuurstof bestaat.

(e) Koolhydraten hebben tot algemene formule CnH2nOn. Koolhydraten met zes koolstof atomen of veelvouden van zes zijn vooral in het plantenrijk zeer verbreid en vormen een belangrijk bestanddeel van de voedingsstoffen voor mensen en dieren. Men verdeelt de koolhydraten in vier groepen:

1. enkelvoudige suikers of monosacchariden: glucose, fructose, mannose, galactose;
2. disacchariden: saccharose, lactose, maltose, cellobiose;
3. trisacchariden: raffinose;
4. polysacchariden: zetmeel, glycogeen, dextrine, inuline, cellulose. De twee laatste klassen van koolhydraten zijn gemakkelijk vatbaar voor hydrolyse, waarbij zij tenslotte in monosacchariden overgaan. Onder de koolhydraten met vijf koolstofatomen zijn de belangrijkste: arabionose, xylose en ribose. De pentosanen, dit zijn polysacchariden met een veelvoud van vijf koolstofatomen, komen in het plantenrijk voor. Huishoudelijke suiker (bietsuiker, rietsuiker) is saccharose.

< >