aan'doening, v. (-en).
1. ziekelijke verandering in of aantasting van (een deel van) het lichaam: een — van koorts; een lichte — van de ogen;
2. gewaarwording, lichamelijk of psychisch (meestal het laatste), opgewekt door een bewuste uitwendige of inwendige oorzaak: aandoeningen van vreugde, van wellust, van droefheid;
3. toestand van aangedaan te zijn: van — kon zij niet meer spreken.