m. (-baarzen), Anabas testudineus, een baarsvormige labyrintvis, waarvan (ten onrechte) verhaald wordt dat hij bomen zou beklimmen.
(e) Klimbaarzen zijn door het bezit van een speciaal ademhalingsorgaan in staat enige tijd buiten water te leven en zich over land voort te bewegen met behulp van kieuwdeksel, vinnen en staart. Het verhaal dat zij bomen zouden beklimmen berust wellicht hierop dat exemplaren die op het land een prooi van vogels werden toevallig in bomen achtergelaten werden. Klimbaarzen komen voor in ZuidoostAzië, van Sri Lanka tot Zuid-China, de Filippijnen en Indonesië. Het zijn roofvissen. Zij worden tot 23 cm lang. →labyrintvis.