Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kano

betekenis & definitie

m. (-s),

1. in primitieve vorm een rank vaartuig gemaakt uit een uitgeholde boomstam (e);
2. in model daarmee overeenkomend licht sportvaartuigje dat gepagaaid wordt, →kanosport.

(e) De boomstamkano komt in een enorme variëteit van vormen, elk aangepast aan het specifieke doel waarvoor het vaartuig wordt gebruikt (handelsvaart, visserij, oorlog, enz.), voor bij kusten riviervolken over de gehele wereld. Enkele ingewikkelde typen, voorzien van één of twee zgn. uitleggers of ‘vlerken’ (buitenboord gebouwde drijvers, die de stabiliteit van de boot vergroten), zijn geschikt voor lange reizen op de open zee en worden gebruikt o.a. in Oceanië. Voor het uithollen van de boomstammen wordt meestal gebruik gemaakt van vuur. Kano’s worden voortbewogen met peddels, de grotere typen vaak ook met zeilen. Naast uitgeholde boomstammen komen ook kano’s van boomschors of huiden (kajak) voor.