[→Fr.] (intrigeerde, heeft geïntrigeerd), (onoverg.)
1. met slinkse streken omgaan, een heimelijke invloed uitoefenen voor het bereiken van zijn oogmerken;
2. belangstelling inboezemen, de lust wekken te onderzoeken hoe iets in elkaar zit: dat intrigeert mij (datief);
3. (op gemaskerde partijen, met vastenavond op straat enz.) onder bedekking van zijn masker hatelijkheden zeggen