Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

interactie

betekenis & definitie

[→Lat. inter, tussen, agere, handelen], v.,

1.(psychologie; ook: communicatie), het proces van wisselwerking en wederkerige beïnvloeding van elkaars gedrag tussen individuen die met elkaar in contact zijn (e);
2. (sociologie) wederzijdse actie op elkaar, wisselwerking: de tussen deze twee disciplines (e).

(E) PSYCHOLOGIE. Onder interactie valt ieder gedrag waaruit blijkt dat men op elkaar gericht is,

o.a. met elkaar spreken, elkaar trachten te begrijpen, trachten te uiten wat men innerlijk doorleeft. Naast het spreken en de taal zijn ook de mimiek, de lichaamshouding, oogopslag en stemgeluid belangrijke media en uitdrukkingsvormen van de interactie. De interactie speelt een grote rol in groepswerk en allerlei maatschappelijke begeleidingsvormen van individuele cliënten (o.a. maatschappelijk werk, pastoraat, adviesen voorlichtingswerk, psychotherapie). Het experimenteel onderzoek naar de beïnvloedbaarheid van menselijk gedrag door middel van systematisch gehanteerde interactie opent gunstige perspectieven voor de gedragswetenschappen . →communicatie.

In de psychotherapie tracht men de interactie tussen therapeut en cliënt zodanig te richten, dat zij bruikbaar wordt om therapeutische gedragsveranderingen bij de cliënt op gang te brengen. Meestal gebeurt dit vanuit een bepaald theoretisch uitgangspunt, b.v. vanuit psychoanalytisch standpunt, of vanuit de theorie van de Amerikaanse psycholoog Rogers (→counseling, →interactietherapie). SOCIOLOGIE. In het algemeen wordt de term interactie gebruikt ter onderscheiding van het meer op de betekenisgeving afgestemde begrip communicatie, ofschoon in de praktijk deze onderscheiding moeilijk consequent kan worden aangehouden. Gebaren en klanken kunnen b.v. aldus worden gezien in het verband van intermenselijke relaties, waarbij het echter mogelijk is dat gelijke gebaren of klanken samengaan met een verschil in betekenis in de ene sociale context vergeleken bij een andere. Vooral de sociale psychologie en behavioristische tendensen hebben een dergelijke onderscheiding bewerkstelligd.

Nieuwere sociologische stromingen wijzen vooral op de fundamentele betekenis van de interactie voor zowel wording en bestaan van de enkeling als voor het maatschappelijk gebeuren in het algemeen. Het is dan ook niet toevallig dat deze stromingen worden gevat onder de verzamelnaam: symbolisch-interactionisme.

LiTT. G.Homans, The human group (1951); E. Goffman, Interactional ritual (1967); H.Blumer, Symbolisch interactionalisme (1974); A.C.Zijderveld, De theorie van het symbolisch interactionisme (1973); A.Schutz, Strukturen der Lebenswelt (1975).