m. (-en), (ook: slaper, slaperdijk, waardijk, zorgdijk), achter een zwakke plaats in een waterkerende dijk aangelegde reservedijk, tweede waterkering.
(e) De inlaagdijk wordt aangelegd indien men in de buitendijk (waker) een zwakke plaats vermoedt, zodat bij een doorbraak daarvan niet de polder, maar alleen de inlaag wordt overstroomd. In de geschiedenis van Nederland is het vaak voorgekomen, dat een inlaagdijk buitendijk werd en men de inlaag moest prijsgeven, die dan buitendijks gelegen grond werd. Tegenwoordig wordt zo’n verzwakte dijk versterkt.