[→Lat.], v./m. (-en), een plantesoort of -variëteit die op aantasting door een ziekteverwekkend organisme of op de aanwezigheid van een bepaalde factor in het milieu reageert met karakteristieke ziekteverschijnselen, zodat het mogelijk is, deze plant te gebruiken voor het aantonen en de identificatie van deze factoren.
(e) Indicatorplanten zijn b.v. gladiool en freesia die uitermate gevoelig zijn voor het gas waterstoffluoride, dat als luchtverontreiniging in de omgeving van bepaalde industrieën kan voorkomen. Met behulp van deze planten kunnen zeer lage concentraties van deze schadelijke stof in de lucht aangetoond worden. Een ander voorbeeld is de kogelamarant, Gomphrena globosa, waarvan de bladeren gebruikt worden voor het aantonen van X-virus in aardappelen; er ontstaan necrotische vlekken na inoculatie met sap van een door dit virus aangetaste aardappel.