Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

ijzertijd

betekenis & definitie

m., deel van de prehistorie, waarin voorwerpen van ijzer werden vervaardigd.

(e) In Middenen West-Europa begon de ijzertijd ca.700 v.C. en eindigde met het begin van de christelijke jaartelling. De periode wordt soms wel de Voorromeinse ijzertijd genoemd; hierna kwam de Romeinse ijzertijd. Ten noorden van de Alpen onderscheidt men twee perioden: de Hallstattperiode (700 v.C.—450 v.C.) en de La Tèneperiode (450 v.C.—0). Een opvallend aspect in de ijzertijd was het toenemen van een soort klassenverschil, dat merkbaar is in de aard van de graven: naast de gewone graven verschenen ca.700 v.C. graven in de vorm van houten kamers. Naast de overblijfselen van het lijk werden hierin zwaarden, paardetuig en vierwielige wagens aangetroffen. Na 600 v.C. werden versterkte nederzettingen gebouwd (b.v. in Heuneburg).

Toen ook kwamen waarschijnlijk de Kelten. Van ca.500 v.C. dateren graven in OostFrankrijk (rond de Moezel), die voorzien waren van geschenken (de Hunsrück-Eifel en de Vixcultuur). Versterkte dorpen dateren uit het einde van de ijzertijd.

Voor het gebied van het huidige Zuid-Nederland en België geldt een indeling in drie perioden: de vroege (700 v.C.-450 v.C.), de midden (450 v.C.-250 v.C.) en de late ijzertijd (250 v.C.-0). Uit de vroege ijzertijd kent men graven (met geschenken) in Oss en Wychen. In het noorden van Nederland onderscheiden zich de Zeyenercultuur (600 v.C-400 v.C.) en de Friese cultuur. (200 v.C.-200 n.C.) De bevolking woonde in kleine nederzettingen, die aangetroffen zijn in de ned. en Belg.zand-, duinen riviergebieden. na ca. 600 v.C. werden ook de zeekleigebieden bewoond. Door de vondst van ijzerslakken is aangetoond dat er sinds ca. 500 v.C. moerasijzer werd gewonnen, dat tot gebruiksen siervoorwerpen werd verwerkt.

LITT. S.Piggott, Ancient Europe (1965); S.J.de Laet, Prehistorische kuituren in het zuiden der Lage Landen (1974).