[Oudno., hij die over de wereld schittert], in de Noorse mythologie een godheid, waarvan de betekenis niet zeker is. Er wordt verteld dat hij de wacht houdt aan de hemelbrug Bifrost, om deze te beschermen tegen de reuzen, die de goden vijandig gezind zijn.
Als wachter heeft hij zon scherp gehoor dat hij het gras kan horen groeien. Bij de ondergang van de wereld (Ragnarök) roept hij de Asen en Einheriar ten strijde door te blazen op de Gjallarhorn. In een ouder tijdperk moet hij een hoofdgod geweest zijn, waarschijnlijk een maangod.